vrijdag 18 april 2008
Internet en tv kunnen kinderen uit moeras helpen
Het is hoog tijd voor een nieuwe omgang met kinderen, vindt de Utrechtste hoogleraar ontwikkelingspsychologie Willem Koops. Internet en tv dwingen ons daartoe.
Willem Koops: „Ouders hebben geen idee wat hun kindertjes op televisie en computers thuis allemaal zien aan seks en geweld”. Bert Kerkhof: „Kinderen die thuis beschermd worden gehouden, missen de communicatie en het samenspel van deze tijd”.
Het onderwijs moet opnieuw ingericht
Schooljuffrouwen hanteren nog het traditionele beeld van opvoeding en onderwijs. Ze geven hoofdzakelijk stapsgewijs informatie door aan leerlingen via boeken. Ze houden bijna geen rekening met de kennis die deze kinderen thuis opdoen via televisie en internet. „Het onderwijs moet opnieuw ingericht”, zegt daarom hoogleraar Willem Koops uit Utrecht.
Scholen moeten veel meer van de huidige technologische mogelijkheden gebruik maken en kinderen dingen leren die ze nodig hebben in de huidige samenleving, vervolgt hij. „Dat betekent dat ze de beperkingen van het prachtige Google leren zien, dat ze kritisch hun bronnen leren controleren, dat ze zorgvuldig zijn in citeergedrag en dus controleerbaar redeneren”.
De basisschool moet ingericht worden volgens een zogenaamd collegesysteem, denkt hij. Experts in rekenen verzorgen rekenonderwijs, taalexperts leren lezen en schrijven en maatschappelijke kennis wordt bijgebracht door kenners van de sociologische wetenschap. „Echte goede schoolmeesters moeten zelf de stof op hoog niveau beheersen om dat complete leken te kunnen doceren, zo is mijn overtuiging”.
De pabo zou plaats moeten maken voor een academische opleiding. „Ik denk dus simpelweg dat we vwo’ers moeten interesseren voor het onderwijs, en die vwo’ers de kans moeten bieden zich op het hoogste wetenschappelijke niveau te vormen tot basisschoolleraar”.
Koops was een van de initiatiefnemers van de nieuwe academische opleiding tot basisschoolleraar die volgend jaar in Utrecht start.
Sinds de opkomst van de elektronische media, zoals televisie en internet, is het klassieke begrip kind aan het verdwijnen. Kinderen werden in de Middeleeuwen als kleine volwassenen beschouwd, en die tijd keert terug.
„Kinderen zijn weer volwassenen in zakformaat geworden”, zegt professor Willem Koops. Vandaag zal hij tijdens zijn oratie als universiteitshoogleraar te Utrecht pleiten voor een nieuwe, realistische omgang met de kinderen van deze moderne wereld.
In de traditionele visie op opvoeding wordt het kind apart van de volwassen wereld gezet en stapsgewijs, langzaam en voorzichtig de volwassen wereld binnengeleid, legt Koops uit. „Maar televisie en internet, met hun beeldtaal, maken dat dit niet meer gaat. Ouders en leraren zijn de controle over het gedoseerd geven van informatie, bijvoorbeeld op de terreinen seks en geweld, kwijt.”
Kinderen krijgen dus van jongs af aan toegang tot dezelfde informatie als hun ouders en leraren. Zij worden daarmee zelf ook al jong volwassen. Koops beroept zich op de amerikaanse cultuurcriticus Neil Postman die eind vorige eeuw al wees op dit beeld van ’het verdwijnende kind’. Koops: „Er zijn veel voorbeelden, het verdwijnen van onschuldige kinderspelletjes, kinderen die topsport bedrijven”.
De meeste volwassenen zien dit echter niet in, stelt Koops, maar denken dat opvoeden nog net zo gaat als in het verleden. Zo hoort hij bijvoorbeeld van bibliothecarissen dat ouders wel eens klagen over gebrek aan supervisie, omdat kinderen boeken kunnen lenen waar ze eigenlijk te jong voor zijn.
„Tsja, dan staat er in zo’n boekje iets licht gewelddadigs of seksueels. Diezelfde ouders hebben geen idee wat hun vermeend kwetsbare kindertjes op de televisie en computers thuis allemaal zien aan seks en geweld.”
Maar hoe moet je deze moderne kinderen dan opvoeden? Er is tegenwoordig veel wetenschappelijke kennis over gedrag en gedragsbeïnvloeding, die bij een nieuwe visie op opvoeden en scholing kan helpen, denkt Koops. „Maar het is allereerst noodzaak dat we weten wat de ideale samenleving is, zodat we weten waartoe we kinderen willen opvoeden”.
Hij heeft het antwoord klaar: zijn utopie is een echte democratische samenleving. „Als je goed doordenkt wat die ideale prachtdemocratie zou moeten inhouden, dan weet je wat je met kinderen zou moeten willen”.
Een voorbeeld. „Leer kinderen heel jong vergaderen, ter voorbereiding op het democratisch burgerschap. Vergaderen is een proces, waarin je leert op je beurt te wachten, te luisteren naar andermans argumenten. Je kunt zelfs leren dat vrijheid van meningsuiting nagenoeg onbegrensd is, maar wel in goed evenwicht met wederzijds respect moet blijven.”
Utopieën als een ideale democratie zijn niet gevaarlijk, mits ze met kritische zin voortdurend doordacht worden, vindt Koops. Van minister Rouvoet (jeugd en gezin) verwacht hij hierin meer sturing. „De minister is te druk met verzinnen van procedures en allerlei maatregelen om ontspoorde kinderen terug op de rails te zetten”. Preventie en een heldere opvoedvisie ontbreekt en zonder die visie gaat zijn beleid niet werken, denkt Koops.
Hij roept pedagogen, onderwijskundigen en ontwikkelingspsychologen op om hun kennis in te zetten op de vraag: Wat willen we bereiken met de opvoeding in een wereld waarin kinderen overspoeld worden met oncontroleerbare informatie? En vervolgens te bedenken hoe we dat gaan doen.
Labels: Opvoeden, Wetenschap