donderdag 20 mei 2010
Nederlands paspoort na verkrijging andere nationaliteit
Nederlanders die zich in het buitenland vestigen, kunnen in bepaalde gevallen de nationaliteit verkrijgen van het land waarin zij wonen. Het is niet altijd duidelijk of in een dergelijk geval het hebben van twee of meer nationaliteiten is toegestaan.
Deze bijdrage gaat over het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit en de gevolgen daarvan voor de nederlandse nationaliteit. Ook zal ik kort ingaan op de mogelijkheden van het herkrijgen van de nederlandse nationaliteit wanneer de nederlandse nationaliteit door vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit is verloren.
Automatisch verlies van nederlandse nationaliteit
De hoofdregel is dat het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit automatisch verlies oplevert van de nederlandse nationaliteit. Dit is niet een nieuw fenomeen. Al in de wet op het nederlanderschap en ingezetenschap uit 1892 werd geregeld dat wanneer een nederlander vrijwillig een andere nationaliteit aannam, hij zijn nederlandse nationaliteit automatisch verloor. Daarnaast gold tot 1964 dat een nederlandse vrouw die in het huwelijk trad met een man van een andere nationaliteit, haar nederlandse nationaliteit verloor wanneer zij de nationaliteit van haar echtgenoot automatisch verkreeg door de huwelijkssluiting. Ook onder de rijkswet op het nederlanderschap van 1985 trad automatisch verlies van de nederlandse nationaliteit op bij het vrijwillig verkrijgen van een andere nationaliteit.
Pas sinds de inwerkingtreding van de huidige rijkswet op het nederlanderschap in 2003 bestaan er uitzonderingen op de hoofdregel dat vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit verlies van het nederlanderschap oplevert.
Welke situaties zijn uitgezonderd?
Allereerst is uitgezonderd de persoon die in het land van die andere nationaliteit is geboren en daar ten tijde van de verkrijging van de andere nationaliteit zijn hoofdverblijf heeft. Denk bijvoorbeeld aan een persoon geboren in japan, uit nederlandse ouders. Deze persoon is altijd in japan blijven wonen en is na het bereiken van de meerderjarige leeftijd in 2004 genaturaliseerd tot japanner. Deze persoon verliest bij de verkrijging van de japanse nationaliteit, zijn nederlandse nationaliteit niet.
Een andere uitzondering wordt gemaakt voor degenen die voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd een onafgebroken periode van vijf jaar hoofdverblijf hebben gehad in het land van die andere nationaliteit. Dat betekent bijvoorbeeld dat een nederlandse jongen die op zijn twaalfde met zijn ouders naar nieuw-zeeland is geëmigreerd en vervolgens op zijn tweeëntwintigste de nieuw-zeelandse nationaliteit heeft aangenomen, de nederlandse nationaliteit bij naturalisatie tot nieuw-zeelander niet automatisch verliest.
De derde en tevens laatste situatie waarin geen automatisch verlies van het nederlanderschap optreedt, is wanneer de persoon ten tijde van het verkrijgen van de andere nationaliteit is gehuwd (dan wel een geregistreerd partnerschap heeft) met een persoon die de andere nationaliteit al bezit.
Noorwegen, denemarken en oostenrijk
Deze uitzonderingen gelden overigens niet, wanneer de vrijwillige verkrijging betrekking heeft op een nationaliteit van een staat die partij is bij het verdrag van straatsburg.
Daarnaast kan het zo zijn dat de nederlandse nationaliteitswetgeving dubbele nationaliteit toestaat, maar dat de wetgeving van het land van de nieuwe nationaliteit de dubbele nationaliteit niet toestaat en afstand van de nederlandse nationaliteit vereist. In dat geval wordt de nederlandse nationaliteit alsnog verloren.
Verlies van nederlanderschap door langdurig verblijf in buitenland
Een nederlander die tevens een andere nationaliteit bezit kan door langdurig verblijf buiten nederland, de nederlandse antillen aruba en de europese Unie zijn nederlandse nationaliteit verliezen. Een achtereenvolgend tienjarig of langer verblijf buiten nederland, de nederlandse antillen, aruba dan wel de europese Unie levert in een dergelijk geval automatisch verlies van het nederlanderschap op. Deze termijn wordt gestuit door tenminste een jaar terug te keren naar nederland, de nederlandse antillen, aruba of een land in de europese Unie en daar hoofdverblijf te hebben. De termijn wordt ook gestuit door steeds tijdig het nederlandse paspoort te verlengen.
Herkrijgen nederlandse nationaliteit via optie of naturalisatie
Degenen die het nederlanderschap hebben verloren, de zogeheten oud-nederlanders, kunnen hun nederlandse nationaliteit herkrijgen door middel van optie of naturalisatie. De enige voorwaarde bij het herkrijgen van de nederlandse nationaliteit door middel van optie is dat de oud-nederlander eerst een jaar hoofdverblijf in nederland heeft op grond van een niet-tijdelijk verblijfsdoel (dus geen studie of familiebezoek bijvoorbeeld). Er geldt geen inburgeringsplicht of afstandvereiste. Het krijgen van een dergelijke verblijfsvergunning is voor een oud-nederlander die geboren en getogen vrij eenvoudig, maar kan in andere gevallen best lastig zijn, omdat nederland een restrictief toelatingsbeleid kent.
Een oud-nederlander kan wel vanuit het buitenland een naturalisatieverzoek indienen, dus zonder eerst een verblijfsvergunning in nederland hebben, maar alleen als de oud-nederlander hoofdverblijf heeft in een ander land dan waarvan hij of zij de nationaliteit bezit. Bovendien moet de oud-nederlander bij naturalisatie het inburgeringsexamen hebben behaald.
Tijdelijke optieregeling tot 1 april 2013
Voor oud-nederlanders die vóór 2003 als meerderjarige de nederlandse nationaliteit hebben verloren door vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit is een tijdelijke optieregeling in het leven geroepen. Door deze regeling is het voor deze groep oud-nederlanders mogelijk om vanuit het buitenland te opteren voor de nederlandse nationaliteit. Het hebben van een verblijfsvergunning in nederland is in een dergelijk geval niet vereist. Er geldt ook geen inburgeringsplicht en geen afstandsverplichting van de andere nationaliteit. Om in aanmerking te komen voor deze tijdelijke regeling moet de oud-nederlander die als meerderjarige zijn nederlandse nationaliteit heeft verloren door vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
- de oud-nederlander moet zijn geboren in het land waarvan hij of zij nu de nationaliteit bezit en moet kunnen aantonen dat hij daar op het moment van het optieverzoek woonachtig is; of
- de oud-nederlander moet voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd vijf jaar toelating en hoofdverblijf hebben gehad in het land van die andere nationaliteit; of
- de oud-nederlander moest ten tijde van het verkrijgen van die andere nationaliteit gehuwd zijn dan wel een geregistreerd partnerschap hebben met een persoon van die andere nationaliteit.
Deze optieregeling is tijdelijk. Optieverzoeken gebaseerd op deze regeling moeten vóór 1 april 2013 worden ingediend.
Minderjarigen
Kinderen onder de 18 jaar verliezen automatisch de nederlandse nationaliteit wanneer hun ouders op vrijwillige basis een andere nationaliteit verkrijgen. Dit is ook het geval wanneer het kind die andere nationaliteit al bezit (bijvoorbeeld door zijn of haar geboorte op het grondgebied van het land van die andere nationaliteit). Wanneer het kind zelfstandig die andere nationaliteit verkrijgt treedt ook automatisch verlies op van de nederlandse nationaliteit. Op deze hoofdregels bestaan weer uitzonderingen. Indien één van de ouders nederlander blijft, verliest het kind het nederlanderschap niet. Ook indien het kind is geboren in het land van die andere nationaliteit en daar hoofdverblijf heeft ten tijde van de verkrijging van die andere nationaliteit, verliest het kind in principe de nederlandse nationaliteit niet. Hetzelfde geldt voor een kind dat reeds vijf onafgebroken jaren hoofdverblijf heeft gehad voorafgaand aan de verkrijging van die andere nationaliteit in het land van die andere nationaliteit
Ook hierbij dient weer voorzichtigheid te worden betracht. Het kan namelijk best zo zijn dat de nationaliteitswetgeving van de staat van die andere nationaliteit afstand van de nederlandse nationaliteit vereist. Dan verliest de minderjarige alsnog de nederlandse nationaliteit.
Oud-nederlanders die als minderjarige de nederlandse nationaliteit hebben verloren, kunnen pas bij het bereiken van de meerderjarige leeftijd de nederlandse nationaliteit herkrijgen door middel van optie dan wel naturalisatie als oud-nederlander. De hierboven omschreven tijdelijke optieregeling is op deze categorie niet van toepassing omdat zij ten tijde van het verlies nog minderjarig waren.
Wetsvoorstel 31813
Dit voorstel heeft geen veranderingen op stapel ten aanzien van de verliesbepalingen die in dit artikel zijn besproken.
Conclusie
Nationaliteitswetgeving is vaak aan verandering onderhevig. Dit artikel is geschreven op basis van de nu geldende bepalingen uit de rijkswet op het nederlanderschap 2003. Het kan heel goed dat u in het verleden nederlanderschap hebt verkregen dan wel hebt verloren op basis van destijds geldende nationaliteitswetgeving waardoor andere regels op uw situatie van toepassing waren. Wanneer u van plan bent om als nederlander een andere nationaliteit aan te nemen, raad ik u aan zich goed te laten informeren over de mogelijke gevolgen voor uw nederlandse nationaliteit en die van uw eventuele kinderen.
Susanne Mooij en Hermie de Voer werken als advocaten europees recht bij Everaert Amsterdam en publiceren vaker in WereldExpat magazine.