donderdag 18 juni 2009
Onderzoek sport voor vaderloze kinderen
Onderzoek is een sport waaraan steeds hogere eisen worden gesteld. In 2005 werd een eerste onderzoek gepresenteerd over kinderen van 8 tot 12 jaar. Aan de kinderen werd gevraagd zelf een lijst in te vullen:
- 39 procent geeft aan niet of te weinig met hun vader te kunnen praten
- 14 procent heeft het thuis niet naar de zin
- 10 procent vind de sfeer thuis slecht
Allochtone afkomst en taalproblemen blijken niet de belangrijkste oorzaken te zijn van gebrek aan contact van kinderen met hun vader. Een bijstands inkomen en bijkomend het alleenstaand ouderschap vormen de grootste handicaps bij gezond welzijn en functioneren op sportveld én op school. Erkenning is nodig van de rol van vaders bij de opvoeding, plus wat geld.
80 miljoen
Geschrokken van deze uitkomst maakte destijds staatssecretaris Ahmed Aboutaleb 80 miljoen vrij om armoede onder kinderen te bestrijden en stelde als norm dat kinderen moeten kunnen meedoen aan sport. Ook de kinderen die alleen wonen met hun moeder, Pvda-kamerlid Hans Spekman heeft zich hier altijd voor ingezet. Hij vind het terecht dat het kabinet gemeenten meer mogelijkheden geeft om armoede bij kinderen gericht te bestrijden en te zorgen dat zij bijvoorbeeld kunnen sporten. Nu is het zaak dat de gemeenten daar gebruik van gaan maken.
Hans Spekman en Bert Kerkhof
Een kind moet een vader hebben die bevordert dat het kind een hobby heeft of lid wordt van een sportvereniging of muziekschool. Van met je zoon naar het voetbalveld gaan, dromen zelfs mannen zonder kinderen, zegt Kerkhof. Spekman: Je mag een kind nooit buitensluiten. We zijn het als pvda aan onze stand verplicht daarvoor te strijden.
Stand van zaken
Staatssecretaris Jetta Klijnsma nam het plan Alle kinderen een goede start over en bood de Tweedekamer onderzoek aan in de week van 12 mei 2009. Er werd afgesproken het percentage kinderen in vaderloze gezinnen die geen lid zijn van een (sport)vereniging, aan het eind van de kabinetsperiode te halveren.
Uit de nulmeting komt naar voren dat vele kinderen dagelijks te maken hebben met geweld binnen het huwelijk. Ten behoeve van de lieve vrede gaan jaarlijks 110.000 gehuwde en samenwonende stellen uit elkaar. Elk jaar horen bijna 62.000 kinderen dat hun ouders gescheiden gaan wonen.
Vaak gaat dit goed doordat de ouders een ouderschapsplan overeenkomen en een co-ouderschap vormen. Wanneer de relatie verbroken wordt, krijgen moeders niet makkelijk een nieuwe vader. Vijf jaar na scheiding heeft slechts 40 procent van hen een vriend. De helft van de vaders heeft al na drie jaar een nieuwe partner. En vijf jaar na de relatie-breuk staat het voor de vaders op 67 procent.
Vele kinderen die scheiden, dat zijn er zo'n 1200 per week, raken verstoten van hun vader en moeten leven met onvoldoende ankerpunten om zich op te trekken tot volmondig burger. Ze groeien minder gezond en veilig op en de talent ontwikkeling blijft achter. Ze worden niet goed voorbereid op de toekomst en hebben weinig plezier. Juist deze kinderen worden in de pút geráakt. Hun wélvaren en gelúk houdt geen balans. In Nederland wonen bij elkaar ongeveer 3,4 miljoen kinderen. Waarvan dus 39 procent, dit zijn meer dan 1,3 miljoen kinderen, te weinig met hun vader praten. Dit zijn ónze kinderen in de knel.
Meer dan een derde van hen zit niet op sport, muziekles of scouting. Om in 2011 vast te kunnen stellen of de gewenste doelstelling van halvering van het percentage kwetsbare kinderen is gehaald, wordt in 2010 een meting verricht.
Niemand buitensluiten
Tot nu toe heeft ongeveer de helft van de lokale overheden een convenant ondertekend om het sporten te bevorderen. Veel te weinig, vindt Hans Spekman. Nu Kind in de knel de datum van de nul-meting heeft verlegd naar 2005, krijgt gezond welbevinden thuis en presteren van kinderen in de klas een belangrijker plaats. Staatssecretaris Klijnsma roept de gemeenten op, naast het bevorderen van sporten met vaders, stap voor stap ook de kwetsbaarheid van kinderen weg te nemen.
Het is binnenkort vaderdag en feit is dat ook aan de kant van vader handicaps bestaan. Veel vaders zijn handen vol geld kwijt aan rechtszaken, alleen al om in het weekend met hun kinderen samen te zijn. In sommige kantons worden door justitie alimentatiebedragen opgelegd aan vader en/of zijn nieuwe partner, die in geen verhouding staan tot zijn netto inkomen. Deze vaders werken hard en houden weinig tijd over. Geroepen wordt beide ouders gelijke kansen te geven wat betreft werk, rechtsbijstand, kindgebonden budget en kinderbijslag, ook als zij uit elkaar wonen.
Niet alleen financiën spelen een rol. Soms doorbreken buurtbewoners en/of jeugdzorg de privacy van ouders die uit elkaar zijn. In traditionele achterstandswijken van dorpen en steden kunnen roddel en achterklap de ronde doen. Smaad en laster kan vaders én moeders belemmeren in contacten met hun kinderen. Dan moet je sterk in je schoenen staan en samenwerking zoeken om met je zoon of dochter deel te nemen aan sport of muziek.
Nu politiek samenspant met ouderorganisatie, is te verwachten dat de motivatie bij lagere overheden om mee te doen hoger wordt. Van lokale bestuurders wordt gevraagd te zorgen dat van álle geboden mogelijkheden gebruik gemaakt wordt. We horen graag voorbeelden uit het land waar het níet, maar ook waar het wél goed gaat met vaderschap en sport en waarom.
Doelstellingen
Tenslotte wijzen Spekman en Kerkhof op de opgave voor gemeenten en provincies om de doelstellingen te halen: Of dat nou linksom gaat of rechtsom, maakt hen niet uit. Dus ook als dat betekent dat extra middelen van het kabinet nodig zijn of geld anders dan sport of bijstand moet worden geoormerkt. Zelfs het steunen en stimuleren van vaders die het moeilijk bolwerken, behoort tot de mogelijkheden. Want kinderen mogen niet worden buitengesloten.
Staatssecretaris Klijnsma heeft het rapport aan alle gemeenten in Nederland gezonden.
Bert Kerkhof is docent ontwikkelingspsychologie en arbeidsintegratie afgestudeerden faculteit (Utrecht), planner statistische economie (Norg, Voorburg), landelijk verenigingsadviseur gehandicaptenzorg en sociale politiek (Utrecht, Amsterdam), bankair analist en europees programmeur betalingsverkeer en verzekering (Norg, Rotterdam). Voor de pvda is hij frequent flyer.
Labels: Geld, Gezondheidszorg