zaterdag 4 december 2004
Co-Ouders bij scheiding zijn de norm in België
Minister Laurette Onkelinx
De Belgische ministerraad heeft vrijdag een wetsontwerp goedgekeurd dat streeft naar Co-Ouders over het kind bij scheiding. De ouder die Co-Ouder wenst te zijn hoeft de gegrondheid ervan niet meer aan te tonen. Het zal de ouder zijn die zich ertegen verzet, die dit voor de rechter zal moeten verantwoorden.
Het ontwerp zorgt voor de vereenvoudiging van de procedures in de jeugdrechtbanken op het gebied van ouderlijk gezag en bewaring. Als de beslissing van de rechter niet wordt gerespecteerd, kan de rechter de toestand opnieuw onderzoeken en zo nodig een beroep doen op dwangmaatregelen. Dat is vandaag te lezen in de Belgische krant de Morgen
Nu moet minister van justitie Laurette Onkelinx het ontwerp van wet voorleggen aan de volksvertegenwoordigers. Doel van de wet is “het bevoorrechten van een gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind van wie de ouders gescheiden zijn”. Een deel van de wettelijke regeling gaat over gedwongen tenuitvoerlegging.
Voor ouders die niet samenleven en hun geschil bij de rechtbank voorleggen, regelt de wet dat de huisvesting van het kind door de rechtbank wordt vastgesteld.
Wanneer er geen overeenstemming is tussen de ouders en ze hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag, dan onderzoekt de rechtbank bij voorrang de mogelijkheid van de gelijkmatig verdeelde huisvesting tussen de ouders. Op de meest passende wijze in het belang van het kind en van de ouders.
Als volgens de rechtbank de gelijkmatig verdeelde huisvesting door omstandigheden niet de meest passende wijze is, kan besloten worden tot een beurtelingse huisvesting met tijdvakken van verschillende duur. Het wetsvoorstel voorziet in een uitzonderingssituatie. Is namelijk de regeling die de rechter wil opleggen strijdig met het belang van het kind, dan komt het niet tot een beslissing.
Zelfs ambtshalve kan de rechtbank nu een voorlopige maatregel vaststellen, bijvoorbeeld om zo tijd te winnen voor onderzoek. Zo’n voorlopige regeling is standaard als een zaak voor het eerst aanhangig wordt gemaakt. Bij de jeugdrechtbanken wordt van elke zaak een dossier bijgehouden, tot de kinderen meerderjarig zijn. De bedoeling is dat het dossier boven tafel komt als een zaak opnieuw voor de rechter wordt gebracht.
Als de beslissing van de rechter niet wordt nageleefd, moet opnieuw aan de rechter een verzoek worden gedaan. Dit keer voor het opleggen van een boete. In principe wordt dezelfde rechter die de beslissing heeft genomen opnieuw ermee belast. Die moet de zaak met voorrang boven andere zaken behandelen. De partij die het verzoek doet om dwangmiddelen in te zetten, moet stukken overleggen waaruit blijkt dat de andere ouder daadwerkelijk is aangemaand en dat zij zich er tegen heeft verzet. Aan het indienen van het verzoek zijn geen kosten verbonden.
De wet voorziet in maatregelen waaronder het machtigen van personen die de gerechtsdeurwaarder vergezellen bij de tenuitvoerlegging van de beslissing. Hij kan ook een dwangsom opleggen die kan worden geïnd in de vorm van beslagname op het loon of de sociale uitkering, zoals dat het geval is bij alimentatie. De beslissing van de rechter wordt niet geschorst mocht de dwarse ouder in hoger beroep gaan.
Het ontbreken van een vader in de opvoeding is aantoonbaar nadelig voor kinderen. Maar als beide exen onderling ruzie blijven maken na een scheiding is dat ook niet goed. In de traditionele Nederlandse opvatting was er twijfel of de voordelen opwegen boven het nadeel. Het merendeel van onderzoek op dit gebied wijst uit dat de balans ten gunste is van gedeeld ouderschap. De Belgische regering is niet gezwicht voor geluiden als zouden mannen in het algemeen en een enkeling in het bijzonder geen interesse hebben in zorg voor kinderen.
Co-Ouderen, het lijkt soms ver weg, het is een europees ideaal.
Contact: Bert Kerkhof
Labels: Regelgeven